Werkgevers zijn in principe niet verplicht een pensioenregeling aan te bieden. Daar geldt een belangrijke uitzondering op. Dat is wanneer de activiteiten van de werkgever vallen onder een verplichtgesteld pensioenfonds. Of dat zo is, is afhankelijk van de werkingssfeer die door het betreffende pensioenfonds is vastgesteld. Voldoe je hieraan als werkgever, dan ben je automatisch verplicht de pensioenregeling van het bedrijfstakpensioenfonds te volgen. Als werknemer heb je dan automatisch aanspraak op pensioen. Voor bepaalde beroepsgroepen kan een verplichte beroepspensioenregeling gelden.

Als er geen verplichte pensioenregeling geldt, dan is het wel/niet afspreken van een pensioenregeling aan de vrijheid van werkgever en werknemer. Dat betekent niet dat de werkgever ‘naar willekeur’ kan bepalen of een werknemer wel/niet een pensioenregeling krijgt. Gelijke arbeid moet in principe gelijk worden beloond. Dat geldt ook ten aanzien van pensioen. Tot slot kan er na een overgang van onderneming (bij fusie of overname) een verplichting gelden om een pensioenregeling aan te bieden.

Er zijn verschillende soorten pensioen, namelijk: ouderdomspensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen of nabestaandenpensioen. De pensioenregeling zelf kan bestaan uit een:

  • uitkeringsovereenkomst (defined benefit ofwel DB-regeling). Dit zijn eindloonregelingen en middelloonregelingen;
  • kapitaalovereenkomst; of
  • premieovereenkomst (defined contribution ofwel DC-regeling). Dit is een beschikbare premieregeling.

Daarnaast komen mengvormen hiervan voor, zoals een hybride pensioenregeling, de streefregeling of collectief beschikbarepremieregeling (CDC).